Een vlindertuin is kort gezegd een prettige verblijfplaats voor vlinders. Een vlindertuin aanleggen kan in allerlei gradaties. Denk hierbij aan grote en kleine vlindertuinen. Maar ook rommelige vlindertuinen met bijvoorbeeld afgestorven plantenstengels, takkenbossen en oude stronken. Het is absoluut niet noodzakelijk om hiervoor de hele tuin om te ploegen, in iedere tuin staat allicht iets dat van waarde kan zijn. Denk aan beschutting en misschien plekken om te overwinteren.

Benodigdheden aanleggen van vlindertuin

Er zijn een aantal dingen benodigd voor de aanleg van een vlindertuin, namelijk:

  • Voedsel (voor vlinders en rupsen)
  • Warmte
  • Beschutting
  • Mogelijkheid tot overwintering

Voedsel

Uiteraard is voedsel van groot belang voor een vlindertuin. Dit geldt voor zowel de vlinders als de rupsen. De vlinders zijn vaak geneigd om hun eitjes te leggen op zogeheten waardplanten. Dit zijn planten die later door de rups gegeten zullen worden. Één van de voornaamste waardplanten is de brandnetel. Een vervelend ding voor mensen, maar rupsen vinden het heerlijk. Handig dus om buiten bereik van mensen te zetten, maar wel op een zonnige plek. Anders zullen de vlinders hun eitjes ergens anders op leggen.

Niet alle rupsen beperken zich tot waardplanten of slechts een familiesoort van een waardplant. Sommige rupsen leven van grassen of bladeren of kruiden van struiken of bomen. Ook zijn er rupsen die niet zo kieskeurig zijn en die bijna alle soorten gras eten.

Voor een vlindertuin met veel verscheidenheid in soorten is het dus raadzaam in meerdere soorten waardplanten en grassen te kunnen voorzien. Natuurlijk is het voor het beeld fantastisch als er naast vlinders ook poppen, rupsen en eitjes te bewonderen zijn. Ook zonder deze aanwezigheid zullen er wel vlinders op de tuin af komen als er maar genoeg nectaraanbod is. Dat brengt ons bij het voedsel van vlinders, namelijk nectarine.

Nectar

De meeste vlinders drinken nectarine. Vooral de vrouwtjes hebben nectar nodig om eitjes aan te kunnen maken. Nectar is stroperig vocht van bloemen en bevat suiker en kleine hoeveelheden eiwitten en vitamines. Sommige vlinders drinken niets. Dit komt dan doordat ze als rups al zoveel gegeten hebben dat hun vetreserve volstaat om te kunnen leven.

De planten die nectar geven worden nectarplanten genoemd en hier zijn ook meerdere soorten van. Sommige soorten vlinders eten naast nectar ook nog andere dingen zoals bijvoorbeeld rottend fruit. En een enkele soort drinkt vocht uit mest en dode dieren.

Warmte en beschutting

Vlinders zijn koudbloedige dieren, net zoals alle insecten. Hun temperatuur is afhankelijk van de temperatuur van de omgeving. Om te kunnen vliegen hebben vlinders warmte nodig. Dit krijgen ze uiteraard grotendeels van zonlicht. Wanneer het niet warm genoeg is slaan vlinders hun vleugels open, zodat ze meer zonlicht opvangen.

Vlinders zal je het meest tegenkomen op beschutte plekjes, daar is het vaak windstil en dus warmer. Je zult vlinders niet zien op wanneer het hard waait of regent. Ook dan zitten ze beschut te wachten totdat het weer beter wordt. Door vlindervriendelijke planten of heggen te planten kan de wind gebroken worden en beschutting worden gecreëerd.

Vooral in grote vlindertuinen is het raadzaam variatie aan te brengen in planten. Niet alleen in soort, maar ook in hoogte. Zo kunnen vlinders zich makkelijker oriënteren. Ook vinden mannetjes het prettig om vanuit een hoge uitkijkpost vrouwtjes te kunnen zoeken.

Overwintering

In het najaar gaan de vlinders in winterrust. Het verschilt per soort hoe ze dit doen. Als vlinder, eitje, pop of rups. De overwintering vindt in ieder geval plaats op een beschutte plek, zoals bijvoorbeeld tussen snoeihout of dode plantenresten. Hierom loont het wel degelijk om de tuin niet ‘winterklaar’ te maken en de boel strak te trekken, hier hebben vlinders last van.

1-jarige planten

De naam zegt het al, deze planten voltooien haar levenscyclus binnen een jaar. Van ontkieming tot zaad. De plant sterft na de zaadafzetting af of gaat aan het eind van het jaar dood.

Gewone Agrimonie

De Gewone Agrimonie is een kruid en wordt tussen de 30 en 120 centimeter lang. Hij bloeit van juni tot en met september. De stengels zijn meestal bovenaan vertakt en dragen lange en korte haren, maar geen klierharen. De donkergroene bladeren zijn dicht en zacht behaard. De bladeren bestaan vaak uit 3 tot 6 deelblaadjes, welke eivormig zijn en langwerpig.

De bloem is tweeslachtig en de vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje.

Welriekende Agriomonie

De Welriekende Agriomonie komt uit de rozenfamilie en wordt tussen de 40 en 150 centimeter. De bloeimaanden zijn juni, juli en augustus. Op de stengels zitten vele korte klierharen en lange klierloze haren.

Er zijn 3 tot 6 paar langwerpige deelblaadjes die min of meer toegespitst zijn. Ze zijn zo’n 3 tot 6 centimeter lang. De bloemen zijn tweeslachtig, zowel een mannelijke als een vrouwelijke. De vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje.

Bont Kroonkruid

Bont Kroonkruid is, zoals de naam al zegt, een kruid. Dit kruid bloeit in juni, juli, augustus en september en wordt 30 tot 120 centimeter lang.

Daarbij is het een behoorlijk vertakt wortelstelsel met uitlopers. De takken zijn amper behaard en liggen of klimmen. De bladeren zijn oneven geveerd met 7 tot 12 paar deelblaadjes die 0,5 tot anderhalve centimeter lang zijn. Ze zijn langwerpig en hebben de vorm van een ellips.

De bloemen zijn tweeslachtig en per hoofdje zijn er zo’n 10 tot 20 bloemen die bijeen staan. De vrucht is een doosvrucht en deze staan handvormig bij elkaar.

Gestreepte witbol

De Gestreepte Witbol komt uit de grassenfamilie en bloeit in de maanden mei tot en met september. De plant heeft een afmeting van 30 tot 90 centimeter. De stengels zijn dicht en zacht behaard, het groeit in dichte (gras)pollen.

De bladeren zijn grijsgroen en op de bladrand staan afstaande haren.

De bloemen zijn tweeslachtig en de pluim is 6 tot 12 centimeter lang. De vrucht is een graanvrucht welke langer leeft dan 5 jaar.

Beemdkroon

De Beemdkroon is een kruid en bloeit in de maanden juni, juli, augustus en september. De plant heeft een afmeting van 15 tot 70 centimeter. De wortelstok is vertakt en hieraan ontspringen niet-bloeiende rozetten en bloeistengels.

De stengels zijn kort behaard en tevens vrij fors. Ook de vertakkingen, wat ze in de meeste gevallen zijn, zijn fors. De grijsgroene rozetbladen zijn langwerpig en zowel naar de top als naar de voet versmald. De bloem is tweeslachtig en de vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje.

Gewone rolklaver

De gewone rolklaver is een kruid en bloeit in de maanden mei tot en met september. De plant kan tot 40 centimeter groot worden en heeft een forse penwortel zonder uitlopers. De stengels zijn kaal of behaard en gevuld met merg.

De bladeren zijn groen en neigen soms naar blauw. De zijblaadjes zijn rondachtig tot langwerpig. De bloemen zijn tweeslachtig en ze zitten tot 7 bij elkaar in hoofdjes. Ze zijn geel gekleurd en zijn 1 tot anderhalve centimeter groot. De kelktanden staan naar elkaar toe gebogen.

De vrucht is een doosvrucht. De rechte peulen worden zo’n 2 tot 3 centimeter groot.

Muskuskaasjeskruid

De Muskuskaasjeskruid is onderdeel van de Kaasjeskruidfamilie en bloeit in de maanden juli, augustus en september. De plant wordt 30 tot 70 centimeter groot.

Op de stengels groeien enkelvoudige haren en ook de bladeren zijn begroeid met enkelvoudige haren. De bladeren zijn rondachtig en vijf- tot zevendelig handvormig.

De bloemen zijn tweeslachtig en staan afzonderlijk in de bladoksels. Ze zijn roze tot wit gekleurd. De kroonbladen zijn 2 tot 4 centimeter lang.

De vrucht is een splitsvrucht en op de deelvruchtjes groeien lange witte haren.

Luzerne

De Luzerne is een kruid en bloeit in de maanden juni tot en met september. Dit kruid wordt 30 tot 80 centimeter groot. De rechtopstaande stengels zijn weinig behaard en meestal erg vertakt.

De bladeren zijn drietallig en de deelblaadjes zijn langwerpig en het breedst boven het midden. De top is getand en de steunblaadjes zijn smal. De bloemen zijn tweeslachtig en groeien in langwerpige en rijkbloemige trossen. Ze zijn blauw tot paars van kleur en zijn ongeveer een centimeter groot.

De vrucht is een doosvrucht en de rechte peulen zijn 1 tot anderhalve centimeter lang.

Middelste teunisbloem

De Middelste Teunisbloem is familie van de Teunisbloemfamilie en bloeit in de maanden juni tot en met septermber. Dit kruid wordt 10 tot 150 centimeter groot. Dit kruid heeft een dikke penwortel en de recht opstaande stengels hebben alleen aan de voet en aan oude takken rode knobbeltjes.

De bladeren zijn vrijwel gaaf aan de rand en zijn langwerpig van vorm. De bloemen zijn tweeslachtig en de kroonbladen zijn 2 tot 3 centimeter lang. De kelkbladen zijn groengeel en de stijl wordt tot anderhalve centimeter lang. De vrucht is een doosvrucht.

Kattendoorn

De Kattendoorn is lid van de Vlinderbloemenfamilie en wordt 20 tot 60 centimeter groot. Hij bloeit in de maanden juni, juli, augustus en september en wordt zowel onder een kruid geschaard als onder een halfstruik. De stengels verhouten en wortelen niet aan de voet. Ze zijn begroeid met enkele verspreide haren en de dorens groeien in tweetallen bij elkaar. Deze zijn vanaf de bloeitijd sterk ontwikkeld.

De bladeren met weinig klierharen zijn vaak drietallig. De deelblaadjes hebben een spitse top en zijn lijnvormig tot eivormig.

De bloemen zijn tweeslachtig en vormen bebladerde trossen in de oksels van de bovenste stengelbladeren. De kleur varieert van roze tot wit. De vrucht is een doosvrucht en de zaden leven 1 tot 5 jaar lang.

Veldbeemdgras

Veldbeemdgras is, zoals de naam al doet vermoeden, lid van de grassenfamilie en kan tot 90 centimeter hoog worden. Hij bloeit in de maanden mei, juni en juli. De wortelstokken zijn wit en vaak vertakt en de worteldiepte kan wel tot 1 meter zijn. De stengels zijn vaak rond of iets afgeplat en meestal gaaf.

De bladeren zijn vlak of samengevouwen met een goot in het midden. De bloemen zijn tweeslachtig, mannelijk en vrouwelijk. De grijzige bloempluim is 5 tot 10 centimeter lang en bevat veel bloemen. De vrucht is een graanvrucht.

Kleine Pimpernel

Dit kruid behoort tot de rozenfamilie en bloeit van mei tot en met september. Hij wordt 10 tot 60 centimeter hoog en heeft een penwortel. De stengels staan rechtop in de vorm van een pol. De bladeren zijn geveerd en de onderste bladeren zijn soms met tientallen aanwezig. Aan beide kanten zitten 4 tot 8 spitse tanden.

De bloemen zijn eenslachtig en de bloemhoofdjes zijn anderhalf tot 2 centimeter groot. De vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje. En de zaden zijn kortlevend, immers minder lang dan een jaar.

Rode klaver

De Rode Klaver is onderdeel van de Vlinderbloemenfamilie en kan 15 tot 80 centimeter hoog worden. Deze plant bloeit van mei tot en met oktober. De worteldiepte reikt soms tot meer dan een meter. De stengels zijn behaard en zijn meestal boogvormig opstijgend.

De onderste bladeren zijn vaak lang gesteeld terwijl de bovenste bladeren bijna zittend zijn. De bloemen zijn tweeslachtig, mannelijk en vrouwelijk. De vrucht is een doosvrucht en kortlevend, 1 tot 5 jaar.

Brede ereprijs

De Brede Ereprijs is onderdeel van de Weegbreefamilie en bloeit in de maanden mei, juni en juli. Dit kruid kan 10 tot 50 centimeter groot worden. De worteldiepte is tot ongeveer 20 centimeter en de stengels staan rechtop of zijn opstijgend.

De bladeren zijn zittend en grof gezaagd. De vorm is eirond en langwerpig.

De bloemen zijn tweeslachtig en groeien in lange rijkbloemige trossen in de bladoksels. De doosvrucht is meestal behaard en is hartvormig.

Vogelwikke

De Vogelwikke is onderdeel van de Vlinderbloemenfamilie en kan tot 2 meter lang worden. Deze plant bloeit in de maanden juni, juli, augustus en september. De plant wortelt diep en heeft uitlopers ondergronds. De stengels kunnen kaal zijn en anders zijdeachtig behaard.

De bladeren bevatten 10 tot 20 blauw tot paarskleurige deelblaadjes.

De bloemen zijn tweeslachtig, mannelijk en vrouwelijk. De trossen zijn naar 1 kant gekeerd, soms zijn ze lichtblauw of wit. De vrucht is een doosvrucht en de zaden zijn kortlevend, namelijk minder dan een jaar.

Akkerviooltje

Het Akkerviooltje is een kruid en behoort tot de Viooltjesfamilie. De bloeiperiode is van april tot en met oktober en dan wordt het 5 tot 30 centimeter hoog. De plant heeft geen wortelstek en geen uitlopers.

De stengel staat rechtop en vertakkingen vinden plaats aan de voet, als er al een vertakking is. De bladeren verschillen van vorm. Laag zitten de ronde bladeren en de bovenste bladeren zijn langwerpig van vorm. De bloemen zijn tweeslachtig en 1 tot anderhalve centimeter in doorsnee. De kelk is minstens zo lang als de kroon.

Donkersporig bosviooltje

Het donkersporig bosviooltje is onderdeel van de viooltjesfamilie en bloeit vanaf april tot en met begin mei. Soms ook in september en oktober. De afmeting van de plant varieert van 5 tot 25 centimeter.

De worteldiepte gaat tot 10 centimeter. De stengels zijn verspreid behaard.

Bladeren groeien in een rozet en de steunblaadjes zijn lijnvormig tot langwerpig. De bloemen zijn tweeslachtig en bedekken elkaar niet of nauwelijks met de randen.

Deze plant heeft een driekleppige doosvrucht.

2-jarige planten

Deze planten voltooien haar levenscyclus binnen twee jaar. Van ontkieming tot zaad. De plant sterft na de zaadafzetting af of gaat aan het eind van het jaar dood.

Look-zonder-look

De Look-zonder-look is onderdeel van de Kruisbloemenfamilie. Het is een kruid dat bloeit in april, mei en juni. Het wordt 15 tot 90 centimeter groot. De stengels zijn zelden vertakt en weinig behaard. Bovenaan zijn ze zelfs kaal.

De bladeren zijn lang gesteeld en in de vorm van een rozet. De bloemen zijn tweeslachtig en worden 3 tot 9 mm groot. De vrucht is een doosvrucht.

Gevinde kortsteel

De gevinde kortsteel is onderdeel van de Grassenfamilie en dit kruid bloeit in juni en juli. Het kan tot wel een meter lang worden. Het heeft lange kweekachtige wortelstokken en de stengels staan niet heel dicht bij elkaar.

De gele, maar meestal groene bladeren zijn 4 tot 6 mm breed. Ze zijn stug, staan vaak rechtop en hebben ribben.

De bloemen zijn tweeslachtig en groeien in een rechtopstaande tros.

De vrucht is een graanvrucht en de zaden zijn erg kortlevend, namelijk minder dan een jaar.

Knikkende distel

De Knikkende distel is onderdeel van de Composietenfamilie en bloeit in de maanden juni, juli, augustus en september. De plant wordt uiteindelijk 30 centimeter tot soms 2 meter. De stengels zijn onderaan gevleugeld, behaard en soms vertakt. De rozetbladen zijn langwerpig, veerspletig en gekroesd.

De bloemen zijn tweeslachtig en staan vaak afzonderlijk op niet-stekelige stelen. De knikkende bloemhoofdjes zijn 3 tot 6 centimeter. Ze zijn paars van kleur. De vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje.

Knoopkruid

Zoals de naam al doet vermoeden is Knoopkruid een kruid en het behoort tot de Composietenfamilie. Het bloeit in de maanden juni, juli, augustus en september en wordt 30 tot 120 centimeter groot. De wortel is een wortelstok. De rechtopstaande stengels zijn dun, maar onder de hoofdjes enigszins verdikt.

De bladeren zijn nagenoeg kaal en variëren van vorm. De bloemen zijn tweeslachtig en de alleenstaande bloemhoofdjes zijn roodpaars en soms wit.

De vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje.

Grote centaurie

De Grote centaurie is een kruid dat onderdeel uitmaakt van de Composietenfamilie. Het kruid bloeit in juni, juli, augustus en september en wordt 30 tot 120 centimeter groot. De wortelstok is fors en meerkoppig. De kantige stengels zijn alleen vertakt in de bovenste helft, als ze al vertakt zijn.

De bladeren zijn iets leerachtig en zijn langwerpig en eirond. Vooral de onderste bladeren zijn gesteeld.

De bloemen zijn tweeslachtig en de roodpaarse bloemhoofdjes zijn 3 tot 5 centimeter lang. De vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje.

Wilde peen

De Wilde Peen is onderdeel van de Schermbloemenfamilie en wordt 30 tot 90 centimeter groot. Hij bloeit in de maanden juni, juli, augustus en september en de wortel is een dikke penwortel die van 20 centimeter tot soms wel een meter diep gaat. De massieve stengels zijn vaak geribd en dicht behaard. De bladeren zijn 2 tot 3-voudig geveerd. De bloemen zijn tweeslachtig, 1 mannelijk en 1 vrouwelijk. De vrucht is een splitsvrucht en deze langwerpige vruchten zijn 2 tot 4 mm lang en kort gestekeld.

Wilgenroosje

Het Wilgenroosje is onderdeel van de Teunisbloemfamilie en wordt 30 tot 150 centimeter groot. De maanden dat deze plant bloeit zijn juli, augustus en september.

De wortels hebben veel ondergrondse uitlopers en groeien meestal in grote groepen. De stengels zijn vrijwel kaal met stompe kanten en de verspreid staande bladeren zijn langwerpig, gaaf of een beetje getand. De bloemen zijn tweeslachtig met zowel mannelijk als vrouwelijke geslachtsorganen. De bloemen vormen iets puntig toegelopen trossen met kleine schutbladen. De vrucht is een doosvrucht en de zaden zijn langlevend.

Cipreswolfsmelk

De Cipreswolfsmelk is onderdeel van de Wolfsmelkfamilie. Dit kruid bloeit in de maanden april en mei vooral en dat kan soms nog duren tot de maand september. Het kan groeien tot zo’n 30 centimeter.

De plant heeft een wortelstok met uitlopers en de stengels zijn vaak vanaf de voet vertakt. Vaak vormt deze plant pollen. De verspreid staande lijnvormige gave bladeren zijn 2 tot 3 mm breed. De bloemen zijn eenslachtig en groeien in schermen. De vrucht is een kluisvrucht van zo’n 3 mm.

Pastinaak

De Pastinaak is onderdeel van de Schermbloemenfamilie. Deze plant kan 60 tot 120m centimeter groot worden. De bloeimaanden zijn in juli, augustus en september. De wortel is een penwortel van 50 centimeter tot 1 meter lang. De stengels zijn kort behaard, glanzend, bovenaan vertakt en kunnen zowel hol als massief zijn. De geelgroene bladeren zijn soms dubbel geveerd, maar meestal enkel geveerd. De bloemen zijn tweeslachtig en de kroonbladen zijn aan de top naar binnen omgeslagen. De vrucht is een splitsvrucht.

Veldsalie

Veldsalie is onderdeel van de Lipbloemenfamilie en wordt 30 tot 60 centimeter groot. De bloei van deze plant begint in mei en eindigt soms in juli, maar soms ook pas in september of oktober. Vaak heeft de plant een meerkoppige wortelstok tot meer dan 1 meter. De stengels met rozetbladeren staan rechtop en naast kort gesteelde bladeren zijn er ook zittende bladeren. De bloemen zijn tweeslachtig en vormen schijnkransen. De vrucht van de plant is een splitsvrucht.

Meerjarige planten

Deze planten doen meerdere jaren over hun ontwikkeling, maar bloeien uiteindelijk slechts één keer. De plant sterft uiteindelijk na de zaadafzetting af.

Wondklaver

De Wondklaver is onderdeel van de Vlinderbloemenfamilie en wordt 15 tot 60 centimeter groot. De plant groeit in de maanden mei, juni, juli, augustus en september. De wortel is een penwortel die 20 centimeter tot een meter diep kan reiken. De stengels zijn dicht zijdezacht behaard.

De rozetbladeren zijn oneven geveerd met 5 tot 7 blaadjes met in het midden een langwerpig topblaadje. De stengelbladeren zijn diep veervormig gedeeld, 9 tot 15-tallig.

De bloemen zijn tweeslachtig, zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen. De vrucht is een doosvrucht en de vruchten bevatten meestal maar 1 zeer kortlevend zaadje.

Reigersbek

De Reigersbek is onderdeel van de Ooievaarsbekfamilie en bloeit in de maanden april tot en met oktober. Het kruid wordt maximaal 60 centimeter groot.

De wortel heeft wat vertakkingen ondergronds en de stengels zijn niet kleverig en sterk vertakt. Ze zijn begroeid met zowel gewone haren als klierharen hier en daar. Soms vormt het grote matten. De bladeren zijn vaak rood aangelopen en veerdelig tot aan de middennerf. De bloemen zijn tweeslachtig en deze zijn paars-rood of wit. De vrucht is een kluisvrucht en de vruchten met beharing zijn 1 tot 4 cm lang.

Glad Walstro

De Glad Walstro is familie van de Sterbladigenfamilie en dit kruid bloeit in de maanden mei, juni, juli, augustus en september. De afmeting van de plant is 30 tot 120 centimeter. De wortel is meestal roodachtig met lange ondergrondse uitlopers. De stengels zijn zo goed als glad en vierkantig. Onder de bladkransen zijn ze vaak enigszins verdikt.

De groene zes tot acht bladeren zijn langwerpig en hebben één nerf. De bloemen zijn tweeslachtig en hebben een losse en bloemrijke bloeiwijze. Meestal langwerpig. De vrucht is een splitsvrucht, meestal maar één vrucht per bloem.

Geel Walstro

De Geel Walstro is familie van de Sterbladigenfamilie en dit kruid bloeit van mei tot en met september. In tegenstelling tot Glad Walstro wordt deze plant maximaal 80 centimeter groot. De wortel van de plant heeft vaak ondergrondse uitlopers en de zowel liggende als rechtop staande stengels zijn kort behaard. De lijnvormige bladeren die donkergroen van kleur zijn, staan in kransen van 6 tot twaalf.

De tweeslachtige bloemen zijn geel en vormen een pluim. De splitsvrucht van de plant is zwart en zeer kortlevend.

Smalle Weegbree

De Smalle Weegbree is familie van de Weegbreefamilie en wordt 10 tot 80 centimeter groot. Deze plant bloeit in de maanden mei tot en met september. De wortelstok heeft vaak meer koppen, de worteldiepte is 20 tot 50 centimeter.

De stengels staan rechtop en de bladeren vormen een fraaie wortelrozet. De tweeslachtige bloem vormt een eivormige aar. De vrucht is een doosvrucht met 2 of 3 zaden.

Grote Weegbree

De Grote Weegbree is familie van de Weegbreefamilie en wordt in tegenstelling tot de Smalle Weegbree maar 50 centimeter groot. Daarentegen bloeit ‘ie wel twee maanden langer, namelijk van mei tot en met november. De bloeistengels staan rechtop en de bladeren van de plant vormen een rozet. Meestal liggen ze horizontaal of schuin omhoog. Ze zijn rond tot eirond van vorm.

De bloemen zijn tweeslachtig en de aarstelen zijn ongeveer van dezelfde lengte als de bladeren. De vrucht is een doosvrucht en bevat vier of meer zaden.

Gulden Sleutelbloem

De Gulden Sleutelbloem is onderdeel van de Sleutelbloemfamilie en bloeit in april en mei. Soms bloeit ‘ie nog een keer in september en oktober. De plant wordt 15 tot 30 centimeter groot. De worteldiepte is tot 20 centimeter en de stengels zijn licht behaard.

De langwerpige bladen zijn breed aan de onderkant maar worden in de steel bovenaan ineens smaller. De gele bloemen zijn tweeslachtig en staan dicht bij elkaar. De vrucht is een doosvrucht en deze is korter dan de kelk.

Veldzuring

De Veldzuring is onderdeel van de Duizendknoopfamilie en de afmeting van deze plant varieert tussen de 50 centimeter en één meter. De plant bloeit in de maanden mei en juni en de penwortel gaat 10 centimeter tot een meter de grond in. De stengels staan rechtop. De eironde bladeren zijn pijlvormig en ze zijn hoogstens tot 6 keer zo lang als breed en niet gekroesd. De bladrand is wel enigszins gegolfd. De bloemen zijn eenslachtig en dus met alleen mannelijke of vrouwelijke geslachtsorganen. De bloemen groeien in een losse slanke pluim.

De vrucht is een eenzadige dopvrucht of nootje.

Schapenzuring

De Schapenzuring is onderdeel van de Duizenknoopfamilie en wordt 10 tot 60 centimeter groot. De bloei vindt plaats in de maanden mei, juni, juli, augustus en september. De lange wortelstokken heeft uitlopers en de wortels reiken tot een meter diep. De rechtopstaande stengels vormen pollen. De bladeren zijn rondvormig. De bloemen zijn eenslachtig en vormen een losse pluim.

Grote Tijm

De Grote Tijm is onderdeel van de Lipbloemfamilie en dit kruid bloeit in de maanden juni, juli en augustus. De afmeting varieert sterk van 2 tot 30 centimeter. De stengels zijn meestal opstijgend en slechts behaard op de ribben.

De bladeren zijn slap en kaal en aan de voet gewimperd. Niet getand en kort gesteeld. De tweeslachtige bloemen hebben meerdere roze-paarse hoofdjes van 3 tot 6 mm groot.